De kern van deze opstelling wordt gevormd door het goederenstation Niederhausen-Westerfeld. In dit goederenstation worden goederentreinen nieuw samengesteld en worden er ook aansluitende industriesporen bediend. Het goederenstation ligt aan een enkelsporige zijlijn. Aan de rechterkant van deze opstelling bevindt zich een keerlus en aan de linkerkant een zessporige draaischijf. Samen met de rangeermogelijkheden van het goederenstation maken deze middelen een zeer afwisselend treinbedrijf mogelijk.
Naast het doorgaande hoofdspoor is een passeerspoor aangelegd. Dit passeerspoor maakt het mogelijk dat doorgaande treinen in tegengestelde richting elkaar kunnen kruisen.
Op het derde spoor kunnen treinen binnenkomen die opnieuw samengesteld moeten worden. Vanuit beide kanten is dit spoor bereikbaar via een uithaalspoor van waaruit ook de andere rangeer- en opstelsporen te bereiken zijn. Aan dit derde spoor is ook nog een halte voor lokale personentreinen. Deze halte bedient het daarachter liggende stadsdeel.
Voor de verzorging van locomotieven is aan de westkant een klein depot voor stoomlocs aanwezig. Aan de oostkant is er een apart spoor waar diesellocs hun voorraad brandstof kunnen aanvullen.
Aan de westkant bevindt zich ook nog een aansluitspoor naar een meubelfabriek waar af en toe ook wagens gerangeerd moeten worden.
Aan de oostkant bevindt zich een goederenloods waar stukgoederen worden overgeslagen van en naar vrachtauto’s. Om kleinere ondernemingen te bedienen is het achterste spoor als straatspoor aangelegd. Om het voor het autoverkeer wat makkelijker te maken is er halverwege het emplacement een autobrug aangelegd die via een stadspoort direct toegang geeft tot de oude binnenstad.
Laten we eens een treinreis gaan maken over de baan.
Komende vanaf Drehscheibenstein en wanneer we de tunnel uitkomen, passeren we aan de linkerkant een boerderij en een groot korenveld. Het graan is rijp en kan eigenlijk binnenkort worden geoogst. Het dochtertje van de boer vermaakt zich intussen prima op de schommel.
In een linkerboog rijden we nu de vakwerkbrug op die de Weissenbach kruist. Aan dit riviertje ligt nog een oude houtzagerij die wordt aangedreven door een waterrad. Aan de stromende rivier proberen sportvissers een avondmaaltje te vangen.
Even verder doemt aan de linkerkant het kleine vestingstadje Schwebheim op. Dit oude vakwerkstadje ligt op een rots en heeft een geschiedenis die tot ver in de middeleeuwen terug gaat.
Een kleine halte maakt het mogelijk dat bewoners en toeristen ook met de trein dit stadje kunnen bereiken. Een steile voetweg voert van de halte naar het centrum. Vooral voor de noodzakelijke goederen is dit niet altijd een gemakkelijke weg.
Na de halte van Schwebheim naderen we het goederenstation Niederhausen-Westerfeld. Na het passeren van het inrijsein zien we aan de linkerkant een lokale bierbrouwerij welke al door een groter biermerk is overgenomen.
Aan de linkerkant zien we ook het kleine locdepot, de meubelfabriek en een verffabriek. Op het dak van de verffabriek is men de lichtbestendigheid van de verven aan het testen.
Onze personentrein hobbelt over de wisselstraat van het emplacement in de richting van het derde spoor. Daarbij passeren we aan de linkerzijde het seinhuis van waaruit het gehele goederenstation wordt bediend. In een kabelkanaal naast het seinhuis is kennelijk een onrechtmatigheid geconstateerd. Een aantal techneuten staan er druk overleggend omheen.
Op de goederensporen aan de linkerkant wordt druk gerangeerd. Pas aangekomen goederentreinen worden uit elkaar genomen en nieuwe treinen worden samengesteld. Even verder gaan we onder de verkeersbrug door die een verbinding vormt van het oude en het nieuwere stadsdeel.
Dan komt onze personentrein aan het kleine perronnetje tot stilstand. Via een trap kan men vanaf het perron de eerder genoemde brug bereiken. Op die manier geeft deze eenvoudige halte een snelle toegang tot zowel de oude als ook de nieuwe stad. Achter het perron en de goederensporen zijn in de steunmuren waarop de oude stad is gebouwd, een aantal kleinere ondernemingen gevestigd.
Direct achter die steunmuren beginnen de huizen van de oude stad. Een stadspoort geeft toegang tot het centrale plein van de stad. In een straatje dat parallel aan de stadsmuur loopt, zijn een paar winkels gevestigd. Het straatje is maar smal. Daarom is het éénrichtingverkeer en is er ook een parkeerverbod. En in de jaren 60 van de vorige eeuw werd er nog goed gehandhaafd.
Voordat we weer kunnen vertrekken moeten we eerst nog even wachten totdat de rangeerbewegingen die ons vertrek belemmeren, zijn beëindigd. Dan wordt het uitrijsein groen en kunnen we onze reis weer voortzetten. Aan de linkerzijde passeren we het oude seinhuis. Dit seinhuis aan de oostzijde heeft geen functie meer en daar heeft nu de plaatselijke modelspoorclub een passend onderkomen gevonden. Kennelijk hebben ze ook iets met modules want ze zijn druk aan het sjouwen. Ik denk dat ze binnenkort op pad gaan naar een tentoonstelling, of er net vandaan komen.
We zien achter het seinhuis nog een paar fabrieksgebouwen staan. In het linker gebouw zit een groothandel in wijnen en wat ze in het andere gebouw doen weet ik eigenlijk niet. De ramen zijn tamelijk ondoorzichtig en er staat geen firmanaam op de gevel. De directeur rijdt weliswaar in een mooie rode (en dure) auto. Wel liggen er naast het gebouw veel wrakken van auto’s en ander oud spul.
Als we de laatste wissels van het emplacement gepasseerd zijn, zien we aan de rechterkant nog een mooie volkstuin. Om de inkomsten wat bij te spijkeren doen ze ook aan wat straatverkoop. Het water komt echter nog uit een pomp en het toilet heeft nog een houten deur met een uitgesneden hartje.
Na een linker boog gaan we een tunnel in en komen in het station Kehrschleifenstein. Hier rijden we de keerlus door zodat we weer klaar zijn om de reis in de omgekeerde richting voort te zetten.